Een LPG installatie moet volgens de RDW minimaal uit de volgende LPG onderdelen bestaan:
- een LPG-tank met een 80%-vulklep voorzien van terugslagklep;
- een niveaumeter;
- een veerveiligheid;
- een op afstand bediende afnamekraan met doorstroombegrenzer;
- een drukregelaar en verdamper, eventueel gecombineerd;
- een op afstand bediende gasafsluiter;
- een vuleenheid;
- gasleidingen en -stangen;
- gasvoerende verbindingen tussen de onderdelen van de LPG installatie;
- een gasinjector of -mengstuk;
- een overdrukinrichting (smeltprop);
Daarnaast ook een elektronische regeleenheid indien het voertuig na 31 december 2001 in gebruik is genomen.
Verder mag de LPG installatie nog uit de volgende LPG onderdelen bestaan (maar hoeft dus niet per se):
- een gasdichte behuizing, waarmee de op de tank gemonteerde appendages worden bedekt;
- een terugslagklep;
- een overdrukklep van de gasleiding;
- een gasdoseringseenheid;
- een LPG-filter;
- een druk- of temperatuursensor;
- een LPG-brandstofpomp;
- de doorvoerisolator voor de voeding van de LPG-brandstofpomp of ten behoeve van de vloeistofniveaumeter;
- een servicekoppeling
- een brandstofkeuzeschakelaar en elektrisch systeem;
- een brandstofrail.
Aanvullende LPG onderdelen die nodig zijn voor een goede werking van de motor mogen worden geïnstalleerd, maar alleen in het deel van de LPG installatie waarin de druk lager is dan 20 kPa.
© LPGgids.com – LPG | LPG onderdelen